DORA DOLZ  1941-2008


door Hans Walgenbach*


"Ik wil beelden maken op menselijke schaal, geen monumenten” 
(Dora Dolz)

 

´Dora Dolz maakt schitterend werk: iets vergelijkbaars is in Nederland niet te vinden´. Aldus het juryrapport van de Judith Leijsterprijs die Dora in 1993 ontving. Dit lovende citaat typeert in korte bewoordingen treffend de authenticiteit en de betekenis van haar werk. Het kleurrijke, weelderige en warme werk van Dora Dolz heeft een geheel eigen plaats binnen de beeldende kunst in Nederland gekregen. Het zuidelijk temperament waarmee het is geladen wordt dikwijls geassocieerd met haar Spaanse achtergrond. Dorita Dolz Mateo werd in 1941 geboren in Barcelona. In 1965 kwam ze naar Rotterdam met haar Tsjechisch-Peruaanse echtgenoot, de econoom Bohuslav Herman Stava (1939) en hun dochtertje Sonia (1962). Bohuslav zou promoveren bij de bekende econoom Jan Tinbergen, die in 1969 samen met Ragnar Frisch werd onderscheiden met de Nobelprijs Economie. Voor Dora en haar kinderen werd Rotterdam de stad waar zij zich definitief vestigden. Hier ook ontwikkelde zij zich als beeldend kunstenaar en woonde en werkte ze meer dan veertig jaar voordat zij er op 1 maart 2008 na een korte, slopende ziekte overleed.

 

Dora volgde van 1967 tot 1971 de opleiding Monumentale en Grafische Kunsten aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten (nu de Willem de Kooning Academie). Ook toen haar zoon Pedro in 1969 werd geboren, vervolgde zij deze studie. Zij nam de baby met zich mee naar de schilderlessen van Jan Jongert en Kees Franse. Door het grote cultuurverschil tussen Barcelona en Rotterdam werd ze in die jaren verteerd door heimwee. 'Kees Franse leerde me van Nederland te houden. Zonder hem was ik hier niet geïntegreerd', zei Dora zelf in een interview in het Algemeen Dagblad van 30 november 2007.

 

Met haar baby was ze een opmerkelijke verschijning tussen de over het algemeen jongere medestudenten. Maar niet alleen daardoor viel Dora op. Ze onderscheidde zich onmiddellijk met haar werk dat totaal anders was van aard en sfeer dan wat in die tijd op de academie werd gemaakt. Haar gepassioneerdheid en melancholische on-Nederlandse karakter maakten indruk op studenten en docenten. Van een aantal van hen schilderde ze levensgrote portretten in zachte gedempte kleuren. Enkele daarvan waren in 1973 in galerie Het Venster in de Gouvernestraat in Rotterdam te zien, met onder andere een dubbelportret van de Rotterdamse beeldende kunstenaars Woody van Amen en Will Rockx. Toch is het vooral het stilleven waarmee Dora zich vanaf 1972 intensief bezighield en waarin zij haar eigen handschrift en de voor haar typische Dolz-motieven ontwikkelde: de waaier, de vaas, de druiventros, de berg, de gestileerde golf, de wolk, het gordijn, de trap, de fruitschaal, de slak, de vlinder en de chaise longue. Ze kregen in de loop van de jaren hun eigen symboliek en betekenis in een vormentaal die uit duizenden als van Dora Dolz herkenbaar is. Haar steeds krachtiger manier van schilderen en de toenemende warme kleurenpracht die haar kunst vanaf de jaren tachtig kenmerkt, versterkten nog eens de zuidelijke allure ervan. De motieven die in de schilderijen werden ontwikkeld kwamen later terug in haar driedimensionale werk, het glas, de tapijten en de keramische meubels waarvan het eerste in 1978 werd voltooid. Wie kent niet haar zeer opvallende chaise longue in Het Park? Het keramisch meubel dat met zijn lichtgrijze waaier, de heldergele slakken en het knallend rood van de opstaande leuning in alle hevigheid met zijn omgeving contrasteert en wellicht juist daardoor niet meer uit Het Park valt weg te denken. Die bijzondere relatie met hun omgeving hebben ook Dora's reusachtige stoel aan de Heemraadssingel en die in de Verbraakstraat in het Oude Noorden. Door heel Nederland kan men echter haar kleurrijke monumentale keramische meubels en objecten tegenkomen. 'Zij hebben inderdaad als doel de straten en parken op te vrolijken tegen de zachte luchten en het regenachtige weer. Ik wil graag een stuk van onze woonkamers naar buiten brengen, zodat de mensen een herinnering houden aan een plek waar ze hun eerste afspraak maakten. Ik wil beelden maken op menselijke schaal, geen monumenten', zei Dora toen haar in 2006 de Jeanne Oostingprijs werd uitgereikt.

 

De ongedwongen scheppingskracht, de fantasievolle en kleurige verbeeldingen zijn zonder meer belangrijke kenmerken van Dora's werk dat soms wel een feest van kleur en inventiviteit wordt genoemd, maar daardoor niet per definitie vrolijk is. Vanitas is door haar gehele oeuvre heen het belangrijkste en steeds terugkerende thema. Haar glasvoorwerpen bijvoorbeeld beelden de vanitas-gedachte uit met hun glazen kronen als symbool van ijdelheid en vroegere associaties met duivelse krachten. 'Nee, ik ben niet de vrolijkste, al zijn al deze zaken met prachtige ornamenten versierd´. (Dora Dolz ter gelegenheid van de Jeanne Oostingprijs 2006.)

 

In de aangrijpende serie schilderijen 'Gevallen Engelen', die na 2001 ontstond,
gaat het over goed en kwaad en meer expliciet over leven en vergankelijkheid. De zeer expressieve werken laten in heftige kleurcontrasten beelden van heiligen, vernedering en dood zien. In 2005 was in de Remonstrantse Arminiuskerk te Rotterdam een overzichtstentoonstelling van deze op katholieke thema's geïnspireerde schilderijen. Ondanks de grote veelzijdigheid en experimenteerdrift die tot uiting komt in de gebruikte materialen en technieken, bleef Dora trouw aan het schilderen, dat zij als de bron voor haar creativiteit beschouwde. 'Zonder schilderen kan ik niet ademen.[…] Schilderen is ordenen: als ik een schilderij maak, probeer ik emoties te ordenen en vorm te geven. Dat is ook waar het leven op neer komt.'

 

Dit samengaan van leven en kunst was misschien wel Dora's belangrijkste kunstwerk. Nergens werd dit beter zichtbaar dan in haar huis aan de Heemraadssingel waar zij haar uitgebreide vriendenkring uit het Rotterdamse culturele leven ontving. De inrichting van het huis vormde als het ware de spiegel van haar leven. In grote stellages, kasten en op tafels waren haar glazen vorstenkronen, spiegels van boerenzilver, vazen en schalen tentoongesteld samen met aardewerk serviezen en de vele andere spullen die ze door de jaren heen verzamelde. Op de vloer lagen, soms dubbeldik over elkaar uitgerold, haar kleurige kleden met hun grillige motieven en aan de plafonds wiegden zachtjes de uitbundig vormgegeven glazen lampen. Door het hele huis hingen aan de wanden kunstwerken van haar zelf en van vrienden en markeerden zo een leven van veertig jaar kunstenaarschap.

 

Haar dochter, de cineaste Sonia Herman Dolz, legde in 2006 dit leven vast in een schitterende documentaire ´Portrait of Dora Dolz´. De film die doordesemd is van heimwee, herinneringen en onvervulde verlangens, laat haar zien zoals zij in het leven stond: authentiek en gepassioneerd, als vrouw, moeder, grootmoeder, buurvrouw, docent, als kunstenaar. 'Yo soy así', zegt ze ergens in de film. 'Ik ben zo!' Het was Dora's sterkste troef.

 

Grote monumentale werken waren in uitvoering toen zij door haar ziekte werd overvallen. 'Ze werd geveld in het harnas', zeg je in Nederland. 'Met de laarzen nog aan', noemen ze het in Spanje. Eind januari 2008 werd Dora door de gemeente Rotterdam onderscheiden met de Wolfert van Borselenpenning als blijk van waardering voor de betekenis en invloed van haar werk voor de stad. In Museum Boijmans Van Beuningen was een bescheiden overzichtstentoonstelling te zien. Ze genoot van die belangstelling voor haar kunst. Op 1 maart 2008 kreeg Dora ook Spaanse erkenning met een Koninklijke onderscheiding. Jammer genoeg mocht ze dit niet meer meemaken; ze zou er buitengewoon trots op zijn geweest.

 

Dora Dolz heeft als beeldend kunstenaar een indrukwekkende bijdrage geleverd aan de Rotterdamse kunst- en cultuurwereld. Zij was een authentiek en gepassioneerd kunstenaar. Haar expressieve schilderijen, de basis van haar kunst, hebben in al hun rijkdom aan kleur een ondertoon van melancholie en verlangen. Daarnaast experimenteerde zij met vele materialen en technieken: wat een veelzijdigheid van een begenadigd kunstenares.

Hans Walgenbach is voormalig directeur CBK Rotterdam en Historisch Museum van de stad Rotterdam.

In: Rotterdams jaarboekje 2009, bl. 55-57.